» Allemaal zien «Vorige 1 2 3 4 5 6 ... 168» Volgende» » Dia voorstelling
1930 Durk Tabak
Durk Tabak is een tweevoudig moordenaar en kunstenaar. In 1930 werd Tabak veroordeeld tot 15 jaar cel nadat hij in een Drachtser café de 29-jarige Jan van der Meulen had doodgestoken. Enkele jaren na zijn vrijlating schoot hij in Augustinusga zijn minnares Grietje Groenland-Hayema dood. Na deze gruwelijke daad pleegde hij zelfmoord door zichzelf door zijn slaap te schieten. Tabak was een begiftigd tekenaar, maar daarnaast kon hij ook verdienstelijk trekharmonica spelen. Tot zijn vriendenkring behoorden IJje Wijkstra en Jan Hut.
Durk Tabak is een tweevoudig moordenaar en kunstenaar. In 1930 werd Tabak veroordeeld tot 15 jaar cel nadat hij in een Drachtser café de 29-jarige Jan van der Meulen had doodgestoken. Enkele jaren na zijn vrijlating schoot hij in Augustinusga zijn minnares Grietje Groenland-Hayema dood. Na deze gruwelijke daad pleegde hij zelfmoord door zichzelf door zijn slaap te schieten. Tabak was een begiftigd tekenaar, maar daarnaast kon hij ook verdienstelijk trekharmonica spelen. Tot zijn vriendenkring behoorden IJje Wijkstra en Jan Hut.
Durk Tabak werd geboren op de Bulten in 1902 en was het zesde kind van Johannes Johannes Tabak en Antje Folkertsma. Een zuster, Sytske, overleed na 22 dagen en werd begraven op het armenkerkhof in Harkema. Het was een arm gezin; soms waren ze zo arm dat de kinderen op zaterdagavond naakt naar bed moesten zodat hun moeder de gelegenheid had om de kleren uit te wassen om netjes op de zondagsschool te verschijnen. Moeder Antje was zachtmoedig van aard, Durk werd als benjamin beschermd opgevoed. Toen Durk ouder was, kon ze hem niet aan; hij ging zijn eigen weg.
Vader Johannes was nogal stijfkoppig en onbuigzaam. Hij zat vaak door zijn koppigheid zonder werk. Durk was ook koppig en stond bij woordenwisselingen met zijn vader onbuigzaam tegenover elkaar. Durk kwam al jong met Justitie in aanraking. Tijdens zijn lagere schooltijd pleegde hij een kleine diefstal en werd tot zes maanden tuchtschool veroordeeld. Later zat hij nogmaals op een tuchtschool; in 1925 werd hij tot vier maanden gevangenisstraf voor mishandeling veroordeeld.In zijn jonge jaren had hij verschillende keren verkering, waaronder met Grietje Vaatstra, dochter van Tiet “Woartelpot†Vaatstra-van der Ploeg.
Durk kon door zijn koppigheid niet onder een baas staan; hij koos voor muzikant. Met zijn vrienden IJje Wijkstra, viervoudig moordenaar uit Kornhorn, en Jan Hut speelde hij op kermissen, feesten en bruiloften. In 1930 ging het mis. Tijdens een bezoek aan café Jonker In Drachten stak hij Jan van der Meulen in de buik. Nadat Durk gevlucht was, overleed Jan ter plaatse aan zijn verwonding. Durk verstopte zich op het “hûske†van Jan Hut in de Kerkstraat; Jan Hut was na de moordpartij van IJje verhuisd naar Drachten. De politie arresteerde hem; voor het gerecht kreeg hij 15 jaar gevangenisstraf. In 1945 kwam hij vrij en ging eerst bij zijn zwager in Augustinusga wonen. Later was hij in de kost bij Pieter en Grietje Groenland in Augustinusga. Terwijl Pieter in de slikken werkte, maakte Durk avances tegen Grietje Groenland-Hayema. Zij was er echter niet van gediend; uiteindelijk werd Durk de deur gewezen.
Hij kreeg een nieuw kostadres in Surhuisterveen. Toch bezocht hij Grietje nog veel; zij bleef de was voor hem doen. Op 16 september 1949 was hij weer aan de deur bij Grietje. Een van de kinderen vertelde Durk dat hun moeder naar de Mieden was en zo terug kon komen. Durk wachtte haar op onder aan de brug bij Blauwverlaat. Toen ze daar aankwam kregen de beiden ruzie, waarop Durk haar in de borst schoot. Ondanks de verwonding van Grietje fietste het tweetal eerst richting Augustinusga.
Toen Grietje niet meer kon, gingen ze in de berm zitten. Na een poosje fietsten ze terug naar de Achterweg en gingen richting Surhuizum, waarschijnlijk om naar een dokter te gaan. Na een paar honderd meter gingen ze weer in de berm zitten. Boer Luinstra die er vlakbij woonden, hoorde een tweetal schoten. Toen de politie arriveerde bleek dat Durk Grietje had doodgeschoten en daarna zelfmoord had gepleegd. Hij stak in 1930 tijdens een caféruzie in Drachten een jongeman dood en zat daarvoor vijftien jaar gevangenisstraf uit. In 1949, vier jaar na zijn vrijlating, schoot hij onder Surhuizum een vrouw dood, waarna hij de hand aan zichzelf sloeg.
Durk Tabak, is een tweevoudig moordenaar (en kunstenaar). Durk Tabak, uit Harkema, de 28-jarige liedjeszanger steekt bij een café ruzie te Drachten de 27-jarige Jan van der Meulen uit Drachten met een mes in de onderbuik die daarop aan inwendige bloedingen sterft, 30 oktober 1930. In 1930 werd Tabak veroordeeld tot 15 jaar cel. Enkele jaren na zijn vrijlating schoot hij in Augustinusga zijn minnares Grietje Groenland-Hayema dood. Tabak was kostganger bij de familie Groenland geweest en had een relatie met mevr. Groenland, 50- jaar oud en moeder van zeven kinderen, gekregen, 16 en 17 september 1949.
Na deze gruwelijke daad pleegde hij zelfmoord door zichzelf door zijn slaap te schieten. Tabak was een begiftigd tekenaar, maar daarnaast kon hij ook verdienstelijk trekharmonica spelen. Tot zijn vriendenkring behoorden Eije Wijkstra en Jan Hut. Tabak zou ook zijn goede kanten hebben. Zo schijnt hij bij de hond in het hok gekropen zijn toen het dier bang was voor het onweer.
Een rancuneuze man met de moord van twee mensen op zijn geweten.
Durk Tabak werd geboren op de Bulten op 10 december 1902, overleden op 16 september 1949 te Surhuisterveen,was het zesde kind van Jehannes Tabak en Antje Folkertsma. Een zuster, Sytske, overleed na 22 dagen en werd begraven op het armenkerkhof in Harkema. De oudste zoon is ? , Sjoerdsje, Jan, Janke en Durk.
Het was een arm gezin; soms waren ze zo arm dat de kinderen op zaterdagavond naakt naar bed moesten zodat hun moeder de gelegenheid had om de kleren uit te wassen om netjes op de zondagsschool te verschijnen.
Moeder Antje was zachtmoedig van aard, Durk werd als benjamin beschermd opgevoed. Toen Durk ouder was, kon ze hem niet aan; hij ging zijn eigen weg.
Vader Johannes was nogal stijfkoppig en onbuigzaam. Hij zat vaak door zijn koppigheid zonder werk,zo was er een voorbeeld dat vader geen laarzen had, en tot de enkels onder de drek kwam bij de boer, de boer had wel laarzen staan maar weigerde die aan Jehannes te geven, waarop Jehannes zei "dan bin ik gauw klaar boer" en hij vertrok. Durk was ook koppig en stond bij woordenwisselingen met zijn vader onbuigzaam tegenover elkaar. Durk kwam al jong met Justitie in aanraking. Tijdens zijn lagere schooltijd pleegde hij een kleine diefstal en werd tot zes maanden tuchtschool veroordeeld.
Later zat hij nogmaals op een tuchtschool; in 1925 werd hij tot vier maanden gevangenisstraf voor mishandeling veroordeeld. Maar de andere kant van Durk was, dat hij ook in die tijd een vrouw hielp die ziek op bed lag, en waar het water bevroren was, haar man was naar de markt en was die nacht al vertrokken, zo was de kachel ook uitgegaan.
Durk hielp de vrouw, maakte de kachel aan, en ging op vers drinkwater uit. Hij bleef bij de vrouw tot haar man weer thuis was. In zijn jonge jaren had hij verschillende keren verkering, waaronder met Grietje Vaatstra, dochter van Tiet “Woartelpot†Vaatstra-van der Ploeg. Grietje heeft in mei 1926 een zoon gekregen, Witte Vaatstra, geboren te Drogeham, overleden op 25 juni 1926 aldaar, begraven te Augustinusga. In Drente had Durk ook een verkering, bij deze vrouw had hij een zoon.
Zij heeft alles gedaan om hem te behouden, en zocht hem op in het Tichthûs in Leeuwarden west. Zij wilde ook wel op hem wachten, maar hij wilde vrij man wezen. Hij heeft er later wel omgedacht, om de jongen een harmonica te geven, Durk was toen zelf al muzikant. Durk kon door zijn koppigheid niet onder een baas staan; hij koos voor muzikant. Met zijn vrienden Eije Wijkstra, viervoudig moordenaar uit Kornhorn, en Jan Hut speelde hij op kermissen, feesten en bruiloften. Hij had een prachtige stem en begeleidde zichzelf op de accordeon. Hij reisde van het ene naar het andere dorp in de Friese Wouden en Westerkwartier van Groningen.
Een zelfportret van Durk Tabak, die hij tekende in de gevangenis "De Blokhuispport" te Leeuwarden. Hij was geen onverdienstelijk tekenaar in de gevangenis, vele tekeningen zijn daar door hem gemaakt. En vele zijn daar ook van verdwenen, bekenden die ze ontvingen, wilden de tekeningen en kaarten uit schaamte niet bewaren en zo zijn er vele vernietigd. Op de jaarkermis van 1930 in Drachten maakten Durk en Jan hun opwachting in café Jonker bij de sluis. Tijdens de kermis mocht geen sterke drank geschonken worden, bier consumeerde echter men in grote hoeveelheden. "Bier", zo werd gezegd, "is een onschuldige drank."
Op de woensdagmiddag van de jaarkermis hing Durk Tabak wat in het café rond, toen ook de gebroeders Roelof en Jan van der Meulen en Ynze Brouwer aanschoven bij het tafeltje van Durk Tabak. Brouwer scharrelde met een zus van de gebroeders van der Meulen. Er ontstond op een zeker moment een woordenwisseling over een fiets die verdwenen was bij zijn laatste bezoek aan haar. Later werd de fiets met doorgesneden banden uit een sloot gevist. Roelof van der Meulen dacht dat Ynze daar meer van wist.
Rache
Het was druk in het café, de stemming was verhit, er ontstond een heftige woordenwisseling en beide mannen kwamen met gebalde vuisten tegenover elkaar te staan "Ynze begûn tsjin my te rachjen". Dat durfde hij wel, want hij was in gezelschap van de geduchte Ale Wagenaar en dichtbij was Durk Tabak, die het in de ure des gevaars zeker op zou nemen voor zijn vriend Ale.
In de daarop volgende confrontatie stond het prestige van Roelof op het spel. De kort aangebonden Roelof nam de uitdaging aan, stapte in de richting van Ynze, maar toen was Durk Tabak er ook al bij. "Ik ha noch sein: wat si's to mei dat mes, ik sil dy wrame". Maar toen grepen de maten en de kastelein in. Roelof werd van het strijdtoneel afgevoerd en heeft zijn broer pas 's avonds teruggezien. Die was toen al dood.
De politie afgekomen op het eerste gerucht dat er een vechtpartij aan de gang was, kwam kijken, stelde vast, dat de storm geluwd was en vertrok. Maar op dat ogenblik had Durk Tabak de steek al toegebracht " Durk Tabak koos partij voor Ynze Brouwer, trok zijn mes en stak toe waarbij hij Jan, die met de ruzie niets te maken had, in zijn buik stak".
De sprekende gelijkenis met Roelof is Jan noodlottig geworden. Roelof was weliswaar afgevoerd, maar toen Durk Tabak even later Jan zag, moet hij gedacht hebben, dat Roelof terug was gekomen. Hij hield de rechterhand met daarin het mes in zijn ruime broekzak en drukte het door zijn broek heen in het onderlijf van Jan. Het is door niemand gezien en Jan moet het zelf amper gevoeld hebben.
Niets bemerkt
Hij nam naast de tap op een stoel plaats en bleef daar ruim anderhalf uur zitten. Hij bloedde niet, hij sprak met de anderen en dat hij een wat matte indruk maakte, werd geweten aan de alcohol. Tegen half vier wilde hij naar de waterplaats. Iemand heeft hem ondersteund, nog altijd in de veronderstelling dat Jan teveel gedronken had.
Hij werd ter afkoeling naar het bleekveldje achter het café gebracht en daar neergelegd. En pas toen bleek, dat hij een messteek in het onderlichaam had opgelopen. Er was aanvankelijk geen dokter te vinden, zodat er nog zeker een half uur verloren ging. Toen er tenslotte hulp kwam die bestond uit dokter Siebinga uit Opeinde, was Jan al aan inwendige bloedingen overleden. De hevig bloedende Jan van der Meulen legde men voorzichtig buiten het café in de bleek. Een arts in Drachten was niet te bereiken. Het lukte wel .
Toen die kwam mocht hulp niet meer baten. Omdat burgemeester Wuite afwezig was, moest wethouder Bos ingrijpen. Het lijk werd in beslag genomen en naar het Tehuis voor Ouden van Dagen gebracht en het café gedurende de kermis afgesloten en verzegeld. (Roelof Vermeulen zat op dat tijdstip in hechtenis, waarschijnlijk een preventieve maatregel van de politie, want nadat bekend was geworden dat Jan een messteek had opgelopen, wilde Roelof zijn broer onmiddellijk wreken. 's avonds tegen tienen werd hij vrijgelaten en mocht hij met mem (moeder), die hem inmiddels was komen opzoeken, mee naar huis).
Tijdens het tumult vluchtte Durk Tabak naar zijn vriend Jan Hut, die in een steeg in een éénkamerwoninkje achter de Suderbuorren woonde. (Dezelfde Jan Hut, die in januari 1929 ook Eije Wykstra na de viervoudige moord had opgevangen) Onderwijl verwisselde hij zijn broek, door het geopende mes was er een scheur in gekomen, voor een andere broek.
De politie wist Durk echter al gauw te vinden en arresteerde hem. Durk ontkende aanvankelijk, maar hield dat niet lang vol. Hij had bij Jan Hut een andere broek aangetrokken, maar de pantalon met het gaatje in de broekzak werd teruggevonden. Bij het verdere onderzoek kwam voorts aan het licht, dat hij zijn revolver, een Browning, had weggemoffeld. Hij had zich dus gerealiseerd, dat hij als verdachte zou worden aangemerkt.
18 maart 1931 stond Durk Tabak voor de rechters in Leeuwarden, Roelof moest getuigen en kwam op zeker ogenblik naast Durk Tabak te staan. Het was een moeilijk moment voor Roelof en de rechter begreep dat. Hij zorgde dat Roelof apart verhoord werd. Men veroordeelde Durk Tabak tot 15 jaar celstraf, ook na het hoger beroep bleef deze straf gehandhaafd, en dat is waarschijnlijk ook Roelofs geluk geweest, als men althans van geluk kan spreken. "Ik hie him fansels wol wraamd, as ik him troffen hie".
Pas in 1946 zag Roelof Durk Tabak terug. Dat was in Leeuwarden. Roelof was ouder en wijzer geworden, had een gezin en toen hij Durk terug zag, was zijn vrouw bij hem. Hij liet het er niet op aan komen en ging weg. In 1946 kwam Durk vrij, hij bleek van zijn verblijf in de gevangenis niets te hebben geleerd. Het gerucht ging al gauw dat Durk Tabak weer een geladen revolver op zak had. De mensen in het dorp en wijde omgeving waren nog steeds bang voor hem en liepen het liefst met een grote boog om hem heen.
Durk ging na zijn vrijlating eerst bij zijn zwager in Augustinusga wonen. Later was hij in de kost bij Pieter en Grietje Groenland in Augustinusga. Terwijl Pieter in de slikken werkte, maakte Durk avances tegen Grietje Groenland-Hayema, moeder van zeven kinderen. Na verloop van tijd deed Durk het verzoek met hem een verhouding aan te gaan, wat zij weigerde. Uiteindelijk werd Durk de deur gewezen. Hij kreeg een nieuw kostadres in Surhuisterveen. Toch bezocht hij Grietje nog veel, zij bleef de was voor hem doen. Op vrijdag 16 september 1949 was hij weer aan de deur bij Grietje.
Een van de kinderen vertelde Durk dat hun moeder naar de Mieden was en zo terug kon komen. Durk wachtte haar op onder aan de brug bij Blauwverlaat. Toen ze daar aankwam ontstond tussen beide een woordenwisseling, waarop Durk haar in de linkerschouder schoot. Waarna hij de getroffen bloedende vrouw op zijn fiets weg wilde brengen. Hij zeulde met de bloedende vrouw een aantal kilometers richting Surhuisterveen. Op zeker moment kon de vrouw niet verder en zakte ineen in de berm langs de weg.
Enige tijd later klonken er twee revolverschoten. De politie was inmiddels gewaarschuwd en deze trof op de bewuste plek twee lichamen aan. Durk Tabak had de vrouw met een schot in het hoofd gedood en daarna zichzelf door het hoofd geschoten.
Durk was een man die vond dat 'als het niet kon zoals hij het wou', dan zijn geestvermogens aangetast werden.
Eigenaar/Bron | http://www.spanvis.nl/ |
Verbonden met | Durk Tabak (Naam) |
» Allemaal zien «Vorige 1 2 3 4 5 6 ... 168» Volgende» » Dia voorstelling
Deze site wordt aangemaakt door The Next Generation of Genealogy Sitebuilding v. 12.2, geschreven door Darrin Lythgoe © 2001-2025.
Gegevens onderhouden door Alex Spinder. | Data Beschermings Beleid.